Het nieuwe IPCC-rapport: Wie nu nog twijfelt aan wie verantwoordelijk is voor de klimaatverandering van NU is een "spookrijder"

Het nieuwe klimaatrapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is deze zomer verschenen. Het IPCC is het internationale orgaan van de VN dat als taak heeft wetenschappelijke resultaten over de hele wereld te analyseren en te presenteren. Door de complexiteit die schuilgaat achter klimaatverandering, focust het IPCC bij elk rapport op een thema of onderwerp. In dit rapport gaat het om de wetenschappelijke basis achter de door de mens veroorzaakte klimaatverandering. Zo bevestigt het rapport dat de gemiddelde temperatuur op aarde in ieder geval tot 2050 zal blijven stijgen, terwijl de zeespiegelstijging nog honderden tot duizenden jaren doorzet. Wij belichten de kernresultaten uit dit rapport, en plaatsen die ook naast een belangrijke speler in dit geheel: de veehouderij.

Huidige toestand van het klimaat

Op elke schaal breken we records. Atmosferische CO2-concentraties zijn hoger dan ze in 2 miljoen jaar geweest zijn. De hierdoor veroorzaakte opwarming van de aarde is dan ook in volle werking gezet: in de afgelopen veertig jaar is elk decennium achtereenvolgens warmer geweest. De wereldwijde oppervlaktetemperatuur was in 2001-2020 gemiddeld 0.99°C warmer (ten opzichte van 1850-1900), met een sterker verschil op het land (1.59 °C) dan over de oceaan (0.88 °C). De laatste keer dat het zo warm was op aarde is 125.000 jaar geleden.

 

De toegenomen temperatuur zorgt voor wijdverspreide en snelle veranderingen in alle sferen van de aarde. Zo stijgt de zeespiegel ondertussen drie keer zo snel als in de vorige eeuw, met als drijvende factor het smelten van ijskappen en gletsjers. Op de lange termijn zal de zeespiegel blijven stijgen door de opwarming van de diepe oceaan, een proces dat honderden tot duizenden jaren gaat duren. We meten ook een toename in het aantal klimaatextremen zoals hittegolven, heftige regenval, droogte en tropische cyclonen, omdat de temperatuurstijging de wereldwijde watercyclus intensiveert. Het vernieuwende aspect van het rapport is een versterkt bewijs dat deze fenomenen te linken zijn aan de door de mens veroorzaakte klimaatverandering.

Toekomst

Het rapport doet klimaatvoorspellingen op basis van vijf emissiescenario’s (zie linker figuur). Ongeacht wat wij doen blijft de gemiddelde temperatuur op aarde stijgen tot 2050. Na 2050 hangt het temperatuurverloop sterk af van onze uitstoot in de komende decennia (zie figuur rechter figuur).

 

 

 

 

Figuur links: Grafiek van het CO2-emissieverloop tot 2100 horende de bij de vijf emissiescenario’s. De bovenste grafiek (SSP5-8.5) correspondeert met een toenemend groeipercentage van CO2, een trend waar we nu in zitten. De een-na-hoogste grafiek (SSP3-7.0) hoort bij een voortzetting van de huidige CO2-uitstoot. De onderste drie grafieken zijn mogelijke scenario’s horende bij een reductie in de uitstoot.

Figuur rechts: Gemiddelde temperatuurstijging op basis van de vijf emissiescenario’s. Bij deze berekeningen wordt o.a. rekening gehouden met het feit dat de CO2-opnamecapaciteit van de oceaan en het land steeds minder effectief wordt naarmate er meer CO2 in de atmosfeer is.

 

De conclusie van het rapport is glashelder: we moeten deze eeuw in ieder geval CO2-neutraal worden, en als we de globale temperatuurstijging willen stabiliseren, dan moeten we zelfs een negatieve emissie bereiken in de tweede helft van de eeuw. Het doel van het rapport is niet om beleid te dicteren, maar om een wetenschappelijke basis te bieden. Wat de invulling wordt van een duurzaam beleid is aan politici, beleidsmakers, maar ook burgers (consumenten).

 

Plantaardig eten: hoeveel valt er te winnen?

Elke sector zal met al dan niet creatieve oplossingen moeten komen om een neutrale emissie te bereiken in 2050. Wetenschappers van Oxford en Zurich University (die ook meeschreven aan het IPCC-rapport) onderzochten hoe de landbouwsector, die 23% van de wereldwijde uitstoot veroorzaakt, zijn impact op het klimaat kan verkleinen. Ze keken door de lens van zowel de producent als de consument.

 

Er is een grote variatie in de uitstoot van producenten die dezelfde producten maken; dit betekent ruimte voor verbetering. Wat producenten kunnen doen is echter gelimiteerd. Sommige producten zullen altijd een hogere impact hebben dan andere producten van vergelijkbare voedingswaarde. In het bijzonder is de impact van dierlijke producten vaak vele malen hoger dan die van plantaardige alternatieven.

 

Deze observatie is te vangen in cijfers: de productie van vlees, vis, eieren en zuivel neemt 83% in van alle landbouwgrond en draagt bij aan 57% van de uitstoot (door voedselproductie), terwijl deze slechts 37% van onze eiwitten en 18% van onze calorieën levert. Waar komt die scheve verdeling vandaan? De vijf hoofdredenen zijn:

  • de uitstoot bij het produceren van voer ligt hoger dan bij het produceren van plantaardig eiwit (dieren zetten plantaardig eiwit niet efficiënt om in dierlijk eiwit, en daarbij moet het voer naar de dieren getransporteerd worden);
  • voor het produceren van veevoer is al twee derde van alle landbouwgrond nodig;
  • dieren produceren zelf ook broeikasgassen;
  • het verwerken van vlees kost meer energie dan het verwerken van planten;
  • vlees bederft snel waardoor de voedselverspilling hoog is.

 

De onderzoekers berekenden wat de gevolgen zouden zijn voor onze planeet als we over zouden gaan op een plantaardig dieet. We plaatsen de resultaten op een rijtje:

  • er zou 3.1 miljard hectare vrijkomen (76% van alle landbouwgrond);
  • de broeikasgasemissie van voedsel zou met 49% afnemen;
  • verzuring van de grond en van de oceaan zou met 50% afnemen;
  • watervervuiling zou met 49% afnemen;
  • het gebruik van schaars zoet water zou met 19% afnemen.

Daarbovenop zou het vrijgekomen land ingezet kunnen worden om natuurlijke vegetatie terug te brengen, waardoor weer meer CO2 uit de atmosfeer opgenomen kan worden en meer zuurstof geproduceerd wordt.

Alleen al binnen de landbouwsector zien we dus veel mogelijkheden, maar de tijd tikt ook. Dos Winkel, de oprichter van Sea First, schreef een brief over de bevindingen van dit onderzoek naar de Nederlandse parlementariërs, maar kreeg alleen van de PvdD reactie. Hoe snel en effectief het politieke orgaan in beweging gebracht gaat worden, zal de (nabije) toekomst ons leren, maar we kunnen vandaag al onze keuze maken als consument.

 

Bronnen

IPCC, 2021: Summary for Policymakers. In: Climate Change 2021: The Physical Science Basis. Contribution of Working Group I to the Sixth Assessment Report of the IPCC. Cambridge University Press.

 

Poore, Joseph & Nemecek, Thomas. (2018). Reducing food's environmental impacts through producers and consumers. Science (New York, N.Y.).

 

Samenvatting door Amina Sisic, Sea First vrijwilliger