Code Rood voor de Mens, maar niet voor de planeet

Het zesde IPCC-rapport sloeg zoals was te verwachten, in als een bom. We beginnen wel wat gewend te raken aan ’natuurbommen’, een bedenksel van de Vlaamse weerman Frank Deboosere die de heftige regenval in vooral de Waalse Ardennen, een ‘waterbom’ noemde. Blijkbaar bedacht hij dit als een ludieke tegenstelling tot de ‘warmtebom’ van enige weken eerder in Canada en het NW van de VS. Ik heb het niet zo met bommen en vooral niet als die het gevolg zijn van menselijke activiteiten. We kennen onze plaats in de natuur niet en we maken er gewoon een potje van.

Het plaatje boven dit artikel komt van de IPCC. Met enige moeite heb ik de titel Code Rood voor de Mens en de opmerking Maar niet voor de planeet, erin geknutseld. Het zoveelste IPCC-alarm betreft immers alleen de mens met zijn steeds maar toenemende activiteiten, in een niet te stillen honger naar welvaart en ‘vooruitgang’ binnen een wegwerpcultuur. De terreur van economische groei ten koste van alles. Ja zelfs mogelijk jouw eigen voorbestaan.

 

En dit allemaal ten koste van al het andere leven, de unieke biodiversiteit op de planeet, die het heel goed zonder ons kan. Die heeft voor hetere vuren gestaan, zoals gigantische vulkaanuitbarstingen, inslagen van meteoren en ijstijden die het leven op aarde totaal van koers deden veranderen. Dat is wat de geologische geschiedenis ons leert. En de mens, Homo sapiens, wij, jij en ik? Ach, die komt nog maar net kijken. Pas in de afgelopen 8000 jaar begon onze soort zich in grote groepen te ontwikkelen. Er waren agrarische en stedelijke revoluties. Ook hebben we heel wat afgeknokt in die paar duizend jaar. Maar uiteindelijk stelt dit in het tijdsperspectief van de planeet, niets voor. Wat we doen is vooral nadelig voor onszelf en de volgende generaties. Onze plundering van de natuur, de wereld waarin wij leven, is hun grootste zorg, hun enige kans op ook een goede en eerlijk wereld.

 

Te weinig aandacht voor wat wel kan

De media stonden weer bol van de gruwelverhalen en rampen die het gevolg zijn van ons gebrek aan realiteitszin en vooral verantwoordelijkheidsgevoel. De krantenkoppen storten bakken vol ellende over je uit, zonder veel aandacht te geven aan het belangrijke feit dat we hier nog steeds veel aan kunnen doen. Maar dan moet je het met zijn allen wel willen. Dan moet je niet gaan zwarte of al dan niet anders gekleurde, pieten. Je zou er een klimaatdepressie van krijgen.

 

In Vlaanderen zei milieuminister Zuhal Demir (NVA) dat ze het rapport gaat bestuderen. Ze zal eerst wel een cursus snellezen volgen, want anders komt er nooit doorheen. Ze herhaalde wel direct haar mantra van ‘ambitieus, haalbaar en betaalbaar’. Zelfs de watersnoodramp in de Ardennen met veel menselijk leed en een miljardenschade, heeft het politieke onbenul van vele politici niet kunnen veranderen. In Nederland speelt de eeuwig lachende premier Rutte zijn eigen spelletjes. Wanneer worden deze mensen eindelijk eens wakker?

 

De mens is uit de beklaagdenbank: hij is schuldig volgens het IPPC. Maar wat is het vonnis?

 

Het IPCC-rapport is meer dan duidelijk. De klimaatcrisis versnelt. Het geeft de stand van zaken van de wetenschappelijke consensus en kennis over de gigantische vervuiling van de atmosfeer en de oceaan nog eens weer. Alle signalen staan op rood, knalrood, turbo-knalrood. Het interessante van de IPCC-rapporten is dat hun mening wordt onderschreven door de meeste landen. Dat moet betekenen dat er op de komende COP in Glasgow wat gaat veranderen. Of toch weer niet?

 

We weten dat het CO2-gehalte maar blijft stijgen. We weten dat we sinds de Britse industriële revolutie rond 1750, zo’n 24.000 miljard ton CO2 hebben uitgestoten en dat ons nog slechts een uitstoot van 400 miljard ton rest voor wij de grens van 1,5oC opwarming passeren. Dat zal dit decennium gebeuren als we niets doen. De gevolgen zijn bekend: meer weerextremen, droogte en veel regen, hittegolven die jaarlijkse records steeds maar weer laten sneuvelen, een kronkelende straalstroom die we niet kennen, een instabiele golfstroom, waarvan we weten waar dit in het recente geologische verleden toe heeft geleid, voedselproblemen, enz. Je moet toch wel gek zijn als je hier niets aan wilt doen.

 

Als ambassadeur van de Grootouders voor het Klimaat maken we ons sterk voor het, wat men in Vlaanderen met zo’n mooi woord het sensibiliseren van het publiek noemt en het beïnvloeden van de lokale, regionale en nationale politiek. Dat is hier een hele boterham. Ministers hebben we immers ruim voldoende. Maar beleid? Ach, dan lijkt het hier weer veel op wat er in Nederland gebeurt. Moeten we dan toch samengaan?

 

Veel holle en mooie woorden, maar daden? Altijd moet je als burger op jouw hoede zijn of de overheid – maar laten we de goedkope lobby van het bedrijfsleven niet vergeten – wel doet wat ze zegt, ondertekent, enz. Europe neemt gelukkig het voortouw. Er is veel hoop.

 

Als supporter van Sea First vind ik de rol van de oceaan in deze discussie cruciaal. Samen gaan we ervoor. Samen gaan we ertegenaan. Samen dulden we geen incompetente politici meer. Laat de COP26-kans niet onbenut!

 

Jan Stel, Prof.em. Ocean Space and Human Activity, University Maastricht, the Netherlands. Voormalig voorzitter van Sea First

Puurs-Sint-Amands (België), 17 augustus 2021