Samenvatting van het IPCC- rapport

De toekomst van het klimaat op aarde hangt af van de keuzes die de mensheid vandaag maakt. We kunnen het tij nog steeds keren, maar dan moeten wel drastisch onze leef- en eetgewoonten veranderen

23 augustus 2021

Deze uitspraak wordt gedaan op basis van het nieuwste rapport van het International Panel on Climate Change van de Verenigde Naties. Dit rapport met de 6e beoordeling (AR6) is de opvolger van de 5e beoordeling in 2013 (de AR5). De eerste vond plaats in 1990. Het gaat over nieuw bewijsmateriaal voor klimaatverandering vanuit de klimaatwetenschap waaraan zo’n 200 klimaatwetenschappers uit 66 landen hebben meegewerkt. Zie ook beide vorige artikelen.

Het rapport behandelt:

  • de huidige toestand van het klimaat,
  • de rol van de mens in de klimaatverandering,
  • het mogelijke toekomstige klimaat uitgewerkt in scenario’s van zeer lage tot zeer hoge emissies,
  • klimaatinformatie op maat naar regio en sector en
  • het beperken van klimaatverandering.

Het rapport is het eerste van drie waarin de staat van klimaatverandering wordt bepaald en de pogingen om het te beperken en ons eraan aan te passen. Het rapport komt uit op het moment dat er over nog geen drie maanden een nieuwe klimaattop zal plaatsvinden in Glasgow.  

Het is een lijvig rapport van een dikke 400 bladzijden dat is samengevat in een beknopter verhaal van circa 40 bladzijden ten bate van beleidmakers.

Dit zijn de belangrijkste bevindingen:

Menselijke invloed Het is een ondubbelzinnig feit dat menselijke invloed de atmosfeer, land en zee heeft opgewarmd. Uitgebreide en snelle veranderingen in de atmosfeer, de oceaan, de cryosfeer (bevroren plekken waar water alleen voorkomt in de vorm van ijs of sneeuw) en biosfeer hebben nu al plaatsgevonden.

Nooit eerder gezien Menselijke invloed heeft het klimaat opgewarmd in een tempo dat niet eerder is voorgekomen in tenminste de afgelopen 2000 jaar. De oceaan warmt zelfs op met een tempo dat niet is gezien sinds het einde van de laatste ijstijd, 11.000 jaar geleden.

Vooral CO2 De waargenomen opwarming komt door emissies als gevolg van menselijke activiteiten, met name CO2, waarbij het broeikaseffect gedeeltelijk gemaskeerd is door afkoeling als gevolg van aerosolen.

Extreme weersomstandigheden Klimaatverandering door de mens heeft nu al veel extreme weers- en klimaatomstandigheden tot gevolg wereldwijd. Er is toenemend bewijs van de invloed van de mens op waargenomen veranderingen in extremen zoals hittegolven, zware neerslag, droogte, tropische cyclonen.

Opwarming mogelijk met méér dan 1,5-2 graden De temperatuur van de aarde zal blijven toenemen tot tenminste 2050 bij alle onderzochte emissiescenario’s. Opwarming van de aarde met méér dan 1,5 tot 2 graden Celsius zal plaatsvinden in de 21e eeuw tenzij er de komende decennia vergaande emissiereducties plaatsvinden van CO2 en andere broeikasgassen. Alleen dan kunnen we het beperkt houden tot 1,5-2 graden Celsius. Als we nul-emissies halen in 2050 en we nu echt onmiddellijk, snel en grootschalig emissies reduceren van alle broeikasgassen, kan de opwarming in de 21e eeuw beperkt blijven tot 1,5 graad stijging ten opzichte van het niveau van voor het industriële tijdperk, na eerst tot meer dan 1,5 graden te stijgen.

Vaker en intensere weersextremen Veel veranderingen in het klimaat worden groter als gevolg van opwarming van de aarde. Het betekent toename in regelmaat en intensiteit van hitte-extremen, mariene hittegolven, zware neerslag, droogte in de landbouw en de natuur in sommige regio’s, omvang van zware tropische stormen, verdwijnen van ijs in de poolzee, afname van sneeuwbedekking en permafrosten.

Het rapport spreekt over klimaatgevoeligheid ofwel de mate waarin het klimaat reageert op een bepaalde hoeveelheid uitstoot. De kans dat dit effect wel mee zal vallen, is behoorlijk afgenomen.

De waterkringloop zal intensiveren in onbestendigheid, moesson neerslag en de ernst van droogte of wateroverlast.

Accumulatie van CO2 Bij klimaatscenario’s met toenemende CO2-emissies, zal de opslag van koolstof in de oceaan en op land minder effectief zijn en hierdoor voor accumulatie zorgen van CO2 in oceaan en de atmosfeer.

Onomkeerbaar Veel veranderingen door emissies van broeikasgassen in het heden en in de toekomst zijn onomkeerbaar voor de komende eeuwen tot millennia, vooral de veranderingen in de oceaan, ijskappen en zeespiegelstijging.

Reductie CO2-emissie nodig Het is nodig om de CO2-emissies tot 0 te reduceren, samen met reductie van de emissie van andere broeikasgassen. Sterke, snelle en aanhoudende methaangas-reductie (dierenindustrie) is, naast reductie van CO2 uitstoot, ook belangrijk in het beperken van de opwarming en bij het verbeteren van de luchtkwaliteit.

Sterke reductie van emissies snel effect Scenario’s met lage tot zeer lage emissies van broeikasgassen zullen al binnen enkele jaren effect hebben op de concentraties broeikasgassen en luchtkwaliteit in verhouding tot scenario’s met hoge tot zeer hoge emissies. Het zou al tot een waarneembare verandering kunnen leiden in de temperatuur van de aarde binnen een jaar of 20 en voor de langere termijn voor veel andere klimaatgevolgen ook.

Kantelpunten niet uitgesloten Kans op het afbreken van grote ijskappen, sterven van bossen of plotselinge verandering in oceaanstromen is klein, maar niet uitgesloten in scenario’s met hoge emissies en significante opwarming aan het eind van de 21e eeuw.

Mens grootste onzekere factor Het rapport merkt op dat de grootste onzekerheid in alle scenario’s is hoe de mens zal handelen.

Samenvatting door Anja Dijkstra, vrijwilliger van Sea First