Communicatie met een Walvis
Het was een klein, in de ogen van mijn vrouw uiterst gammel bootje, waarmee we voor de kust van Hermanus bij Kaapstad voeren, om walvissen te bekijken. Toch gingen er evenals in een bus in India of Kenia, veel mensen in dat bootje. Dit versterkte ons vertrouwen niet echt, maar we verheugden ons er op de zuidkapers (Eubalaena australis) van dichterbij te bekijken. Deze kolossen van de zee vallen op door eeltplekken op hun kop, het ontbreken van een rugvin en een V-vormig blaasgat en nevelpluim. Ze zijn een lust voor het oog.
Zuidkapers brengen de zomer door rond Antarctica waar dan veel krill is om te eten. Een volwassen vrouwtje van ongeveer 15 meter kan tot 47 ton wegen. Ze krijgt haar eerste jong als ze 8-10 jaar oud is. Daarvoor zwemmen ze duizenden kilometers, naar de tropen zoals de mooie en beschutte baai van Hermanus, om er in de winter te paren. Na een dracht van één jaar keren ze terug om te kalven. Gemiddeld kalven ze om de drie jaar.
Opeens zwom er een zuidkaper vlak langs de achterkant van ons bootje. Dat leidde tot een behoorlijke schrikreactie bij de meeste mensen. Maar niet bij mij. Ik schoot naar voren om een foto van haar prachtige, bruine oog te maken. Even keken we elkaar diep in de ogen, wat bij mij een ongekende ontroering teweegbracht. Het leek wel een blik van verstandhouding. Ik was onder de indruk van haar.
Communicatie tussen walvissen
Er zijn twee groepen: balein- en tandwalvissen. Beide gebruiken geluiden om te communiceren en te socialiseren, om voedsel te lokaliseren en om elkaar te vinden. De geluiden die ze produceren worden verdeeld in zang en roep. De zang is vooral bekend van de baleinwalvissen zoals de bultrug. De roepjes zijn relatief kort en worden niet steeds herhaald zoals in een lied. De belangrijkste roepgeluiden zijn klikken, fluiten of gepulseerde oproepen, die regelmatig in sterkte afnemen en toenemen. De klikgeluiden zijn voor de navigatie en identificatie van objecten in de oceanische ruimte. Wij gebruiken die techniek in het echolood. Fluiten en gepulseerde oproepen worden gebruikt tijdens sociale activiteiten. Gepulseerde geluiden, voor ons een onbegrijpelijk gepiep, gekrijs en gekraak, komen het vaakst voor. We hebben ondertussen wel begrepen dat er verschillende vocale "dialecten" zijn tussen verschillende groepen of ‘pods’, binnen dezelfde walvispopulatie.
Een groep bultruggen voor de kust van Alaska jaagt op vissen door een cilindervormig ‘net’ van luchtbellen te maken, waarmee ze de vissen vangen. Dit vereist een complexe onderlinge communicatie. © Whale-SETI, Jodi Frediani.
Walvissen gebruiken ook hun staart en vinnen om non-verbaal te communiceren. Ze maken dan harde klappende geluiden op het wateroppervlak. Dat geluid kan tot honderden meters onder het wateroppervlak worden gehoord. Het kan een alarmsignaal zijn of wordt gebruikt om gezamenlijk op vis te jagen. Om te functioneren vertrouwen walvissen volledig op geluid en niet op hun ogen, zoals wij dat vooral doen. Een walvis die geen geluid produceert, wordt, bij wijze van spreken in de oceanische ruimte niet ‘gezien’ door andere walvissen. Het stille dier bestaat gewoon niet voor zijn soortgenoten. Walvissen kunnen overigens niet ver zien, maar ze kunnen je wel indringend aankijken, wanneer jij in een bootje staat te fotograferen.
Walvissen maken op een andere manier geluid dan wij om te communiceren. Wij doen dat door lucht langs de stembanden in het strottenhoofd te leiden, waardoor die gaan trillen. Vervolgens maak je met je keel, neus en mond van die trillingen klanken en woorden, waarmee we kunnen spreken en zingen. Wij maken geluid door lucht uit onze mond te laten komen. Bij walvissen gaat dat niet, want ze leven in water en moeten zuinig zijn met hun adem. Daarom is er een gesloten systeem, waarin ze lucht door hun verschillende sinussen in hun schedel verplaatsen om over ‘stemplooien’ te blazen, waardoor ze geluid produceren.
Het lied van de Bultrug
Het gezang van een bultrug laat een duidelijke structuur zien op spectrogrammen, de opnames van hun liedjes in een grafiek. De liedjes bestaan uit kleinere eenheden die herhaald worden en grotere thema’s die in een specifieke volgorde voorkomen. Ze worden respectievelijk "zinnen" en "thema's" genoemd. Je kunt dit vergelijken met een gedicht, waarbij elke "frase" een regel van het gedicht is en elk "thema" een strofe. Als je meerdere thema’s of strofen in een bepaalde volgorde plaatst, is dat een lied: het lied van de bultrug.
Bultrugmoeder met jong. Er vindt een intensieve communicatie plaats om het jong voor te bereiden op een leven in de oceanische ruimte.
Die liedjes worden het meest gezongen als de bronstige bultrugmannetjes, de zangkampioenen onder de baleinwalvissen, in hun broedgebied zijn. Hoe dit nu precies zit weet men nog steeds niet, maar wel is duidelijk dat het gezang een rol speelt bij het paringsgedrag. Bultruggen in een bepaald broedgebied zingen allemaal hetzelfde liedje en soms zingen ze zelfs samen in "koren”. Volwassen mannelijke bultruggen zingen in sessies die vijf minuten tot meer dan een dag duren. Hierbij wordt steeds hetzelfde lied herhaald.
Het lied verandert en ontwikkelt zich voortdurend en wordt doorgegeven van de ene naar de andere populatie. Alle mannetjes nemen deze veranderingen op in hun eigen lied wanneer de populaties met elkaar in contact komen. Dat lijkt op ons kuddegedrag bij onze mode-industrie, waarbij een nieuwe look wordt gelanceerd en iedereen die overneemt. Of op een popliedje dat ineens aanslaat. Onderzoekers hebben meerdere van zich ontwikkelende versies van een lied gevolgd. Het blijkt dat deze wijdverspreide culturele veranderingen heel snel gebeuren, waarna het zich in de oceanische ruimte van de Pacific verspreidt.
In de afgelopen jaren is echter duidelijk geworden dat de bultrug niet uitsluitend in het broedgebied zingt. Hij doet dat ook onderweg naar de voedselrijke zomerse poolgebieden voor een stevige maaltijd. Het zoeken van een partner om te paren is dan even niet belangrijk. Dit bleek uit het onderzoek in het NOAA Olympic Coast National Marine Sanctuary voor de kust van de staat Washington. Hoewel het ver van de tropische broedgebieden ligt hoorde men de bultruggen voortdurende zingen. Het blijkt nu dat het zingen in het foerageergebied het meest voorkomt rond de maanden dat walvissen hun jaarlijkse migratie naar hun winterse broedgebieden beginnen of beëindigen. Wellicht oefenen de mannetjes een nieuw lied dat populair is om de vrouwtjes te versieren.
Buitenaards intelligent leven
De ruimtevaartorganisatie NASA is al tientallen jaren op zoek naar buitenaards intelligent leven. Dat onderzoek gebeurt binnen het SETI-instituut. SETI betekent Search for Extra Terrestrial Intelligence. Minder bekend is dat er binnen dit instituut ook een project is dat de taal van walvissen probeert te ontcijferen, om inzicht te krijgen in welke de signalen van buitenaards leven kunnen zijn. Whale-SETI bestudeert bultrugwalvissen in een poging om intelligentie-filters te ontwikkelen voor de zoektocht naar buitenaardse intelligentie. Binnen het CETI-project (Cetacean Translation Initiative) worden potvissen bestudeerd en werken cryptografen, taalkundigen, mariene biologen en experts in kunstmatige intelligentie en robotica samen. Ze verzamelen de geluiden van walvissen om uiteindelijk hun taal te leren begrijpen en om uiteindelijk met hen te kunnen communiceren.
Met een onderwaterluidspreker (links) werd contact gemaakt met het walvisvrouwtje Twain, waarbij het ’gesprek’ op de laptop was te volgen door dr. Brenda McCowan van de Universiteit van Californië - Davis en dr. Fred Sharpe van de Alaska Whale Foundation aan boord van het onderzoekjacht Glacier Seal. © Whale-SETI, Jodi Frediani.
Op 12 december 2023 publiceerde Whale-SETI een persbericht over een geslaagd contact met een vrouwelijke bultrug, die voor het eerst in 1984 was gespot en Twain gedoopt, voor de kust van Alaska. Ze migreert door het noordelijke deel van de Stille Oceaan, waarbij zij per seizoen zo’n 5500 kilometer aflegt tussen zuidoost Alaska (zomer) en Maui, Hawaii (winter). Via een onderwater luispreker legden ze met behulp van een eerder opgenomen signaal van hetzelfde dier, contact met Twain. Het dier reageerde door om hun boot heen te zwemmen terwijl het, als in een gesprek, op het begroetingssignaal reageerde. Het gesprek duurde 20 minuten. Een beschrijving en analyse van het gesprek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Peer J. Een videoclip is te vinden op: https://www.youtube.com/watch?v=eSoxgWZQuLI.
De Whale-SETI-onderzoekers beschouwen dit als het eerste gesprek in de ‘bultrugtaal’ tussen een bultrug en een mens. De interactie tussen de bultrug Twain en twee Whale-SETI-onderzoekers in hun bootje voor de kust van Alaska op 19 augustus 2021, is zonder meer een stap vooruit in het onderzoek van de taal van deze baleinwalvis. Twain maakte een serie bultrugwalvisgeluiden die "whups” genoemd worden als reactie op opnames van “whups” die werden afgespeeld door de onderzoeker. Blijkbaar had Twain wel zin in dit spelletje. Ze wisselden 36 keer geluiden uit waardoor de onderzoekers het gevoel kregen dat ze naar elkaar luisterden. Het is echter de vraag of je deze uitwisseling een gesprek kunt noemen, want men begreep elkaar volstrekt niet. We kunnen de geluiden van een bultrug nog steeds niet verstaan.
Voor het onderzoek naar buitenaards leven is dit wel een doorbraak, ook al zijn walvissen niet buitenaards. Mocht buitenaards leven bestaan dan ligt het voor de hand dat we radiosignalen ervan kunnen opvangen. Die aanname vormt de basis voor het bestaan van SETI en daarmee ook voor Whale-SETI en CETI, dat als een voorbeeld hoe zulke signalen er zouden kunnen uitzien. Als we een dergelijk signaal zouden krijgen weten we dat er buitenaards intelligent leven is. Maar we weten niet wat de boodschap is. Wat het contact met Twain betreft weten we niet eens of we ‘Hallo’ hebben gezegd of ‘Rot op’!
De les van de walvis
Om te ademen springt een bultrug uit het water.
De subsistance jacht op walvissen gaat duizenden jaren terug. Dat blijkt uit een circa 8000 jaar oude rotschildering in Bangua-dae in Zuid-Korea. In de 18de eeuw werd die jacht steeds intensiever en het ging mis toen de walvisjacht in de 19de eeuw werd geïndustrialiseerd. Niets ontziend gingen we door totdat de IWC ingreep. Het aantal walvissen neemt gelukkig weer toe. Dat is goed voor de natuur en voor ons, want ze spelen ook een rol in de opname van CO2 door de oceaan.
Dat betekent niet dat walvissen niet meer door onze activiteiten worden bedreigd. Walvissen worden nog steeds knettergek van ons door het lawaai dat wij maken met onze schepen en het ontginnen van grondstoffen op of in de zeebodem. Dat lawaai doet de walvisgeluiden, die cruciaal zijn om met elkaar te communiceren in de oceanische ruimte, verstommen. Daardoor kunnen bultruggen geen langeafstand gesprekken meer voeren, waarbij een mannetje voor de kust van Halifax in Canada communiceert met een vrouwtje bij Bermuda.
Baleinwalvissen filteren hun voedsel uit de oceaan en krijgen op die manier veel plastic binnen dat wij in de oceaan dumpen. Uit onderzoek dat in het begin van het jaar werd gepubliceerd blijkt dat het om miljoenen microdeeltjes per dag gaat. De plasticvervuiling van hun leefomgeving is een nieuwe bedreiging van de mens voor deze koningen van de zee. Omdat we plastic moeilijk uit de zee kunnen verwijderen, is er maar één oplossing: ons gebruik van plastic moet drastisch worden beperkt Daarnaast moeten we biologisch afbreekbare alternatieven ontwikkelen die we niet in de oceaan dumpen, maar recycleren.
Het wordt hoog tijd dat wij meer respect hebben voor de natuur waarvan wij slechts een recent en soms wel heel arrogant en vervelend, onderdeel zijn.
Tekst: Jan Stel, 15-07-2024 Voormalig voorzitter Sea First
Prof.em. Ocean Space and Human Activity, University Maastricht, the Netherlands.